Finale Amsterdams Kleinkunst Festival | Kleine Komedie, Amsterdam | maandag 12 april 2010
De strijd om de Wim Sonneveldprijs 2010 bereikte gisteravond zijn hoogtepunt tijdens de finale van het Amsterdams Kleinkunst Festival. In een tot de nok toe gevulde Kleine Komedie toonden de drie finalisten het kritische maar naarmate het gedeelte voor de pauze vorderde steeds enthousiaster wordende Amsterdamse publiek wat ze in huis hadden. De jury had tot na middernacht nodig om de winnaar van de 23ste Wim Sonneveldprijs bekend te maken. Tjan had zijn oordeel al veel sneller klaar.
Het openingslied van Mattijs Verhallen was zowel tekstueel als muzikaal nog wel van een redelijk niveau, maar ook daarin week de cabaretier al iets te vaak af van zijn eigen rijmschema’s en bediende hij zich van onbeholpen beeldspraken. Het grootste bezwaar tegen zijn halfuur durende optreden was echter dat het wel een uur leek te duren: Verhallen nam teveel zijn tijd en het tempo lag simpelweg te laag om de aandacht vast te houden, te meer daar zijn materiaal zo nu en dan ronduit matig was. Rapportcijfer: 6-
Marjolijn van Kooten kan misschien het best omschreven worden als een light-versie van Katinka Polderman, waarbij de aanduiding light niet zo zeer slaat op gewicht en postuur (daarmee is Van Kooten Polderman ruimschoots de baas), maar op de mate waarin talent (muzikaal en tekstueel) aanwezig was en werd aangewend. De finaliste speelde een uitermate sneu, kleuterjuf-achtig typetje dat openlijk worstelde met jeugdtrauma’s en levensleed. Leuk, voor een halfuurtje, maar haar optreden van gisteravond was in tegenstelling tot de cabaretière een beetje dun en maakte nauwelijks nieuwsgierig naar meer. Rapportcijfer: 7
Met de actuele knipoog naar Drs. P in zijn openingslied (‘Smolensk is een mooie stad maar net iets te ver weg’) had de imposante verschijning Jan van Maanen Tjan al direct voor zich gewonnen. Van Maanen brengt met zijn galmende stem en zijn overdonderende pianospel iets nieuws, maar staat tegelijkertijd met twee benen in de Nederlandse cabaret-traditie: conferences die deden denken aan Frans Halsema en liedjes die herinneringen opriepen aan de lang vervlogen tijden – bijvoorbeeld de tijd waarin de naamgever van de prijs waarom gisteravond gestreden werd furore maakte. Van Maanens politieke parodie op Sonnevelds ‘Tearoom Tango’ – waarin de gezette finalist niet bezong hoe een Haagse kakmadam, maar hoe Jan Peter Balkenende hem belazerd en bedonderd had – benadrukte zijn gevoel voor de traditie. Dankzij een uitstekende mimiek en een prima timing was Jan van Maanen zelfs in staat met flauwe en belegen moppen de lachers op zijn had te krijgen. Het gevoel dat deze derde finalist met zijn goede optreden nog maar een fractie van zijn kunnen liet zien, maakte hem wat Tjan betreft de enige mogelijke winnaar van het Amsterdams Kleinkunst Festival. Rapportcijfer: 8-
Terwijl de jury beraadslaagde, kreeg het publiek na de pauze de dichteres Ellen Deckwitz en het uit Arjen Lubach en Tim Kamps bestaande Monica da Silva trio voor de kiezen. Aan Deckwitz maakt Tjan maar het liefst zo min mogelijk woorden vuil, en wat het Monica da Silva-trio betreft hoopt hij dat het duo het voornemen om volgend seizoen met deze voor de Parade bedachte formule op tournee te gaan nog wil heroverwegen. Bij vlagen was het best leuk, maar voor het grootste deel is het materiaal te flauw en de performance te rommelig.
Rond middernacht was het dan uiteindelijk tijd voor de uitslag. Jan van Maanen sleepte zowel de jury- als de publieksprijs in de wacht, waarmee deze heel lange finale-avond een zeer terechte winnaar kreeg.