Bovenstaande foto maakte Tjan een jaar of vijf geleden bij een ziekenhuis in Leiden. Klare taal, zonder woorden. Want zodra er woorden aan te pas komen dreigt onze communicatie steeds minder duidelijk te worden. Een belangrijke oorzaak is een verschijnsel dat Tjan over-eufemisme zou willen noemen. In de angst mensen voor het hoofd te stoten versluieren we onze taal dermate, dat het soms wel lijkt of we in cryptogrammen communiceren.
Goed, een achterstandswijk een getto noemen gaat misschien ook wat ver. Maar een achterstandswijk werd een probleemwijk, een probleemwijk een krachtwijk, en een krachtwijk een Vogelaarwijk – hoe vaag wil je het hebben? Zodra woorden overwegend in een negatieve context worden gebruikt en daardoor een nare bijsmaak krijgen, gaat men gedreven door die negatieve connotaties op zoek naar een nog smetteloos synoniem. En dat maakt de boel er vaak niet duidelijker op. De gehandicapten voor wie de hierboven afgebeelde parkeerplaatsen bedoeld zijn, werden mindervaliden of mensen met een lichamelijke beperking. Buitenlanders werden allochtonen, allochtonen werden medelanders. De vraag is hoelang het nog duurt voordat bijvoorbeeld het woord moslim dermate ‘besmet’ is geraakt, dat er uit min of meer cultureel correcte overwegingen naar een equivalent moet worden gezocht.
Zelf schrok Tjan een tijdje geleden van het gebruik van het woord Jodenlijst. Maar waarom eigenlijk? Waarom zou je de lijst van Oskar Schindler, die onmiskenbaar de namen van Joden bevat, geen Jodenlijst mogen noemen? Want de onduidelijkheid die allerhande synoniemen met zich meebrengen, werkt types als Geert Wilders naar Tjans stellige overtuiging danig in de hand. Die gebruikt namelijk het liefst juist géén verdoezelende taal, en daarmee spreekt hij grote groepen Nederlanders aan. Sterker nog: de blonde verlosser maakt regelmatig gebruik van het antoniem van het eufemisme, het zogenaamde dysfemisme. Een hoofddoekje een kopvod noemen is – en excuseer Tjan de woordspeling – immers het tegenovergestelde van versluierend taalgebruik. Het is een manier om te kwetsen, de boel nodeloos op scherp te zetten en een inhoudelijke discussie uit de weg te gaan.
Tjan pleit dus voor klare taal, en dat heeft helemaal niets met taalvervuiling of verruwing van de omgangsvormen te maken. Want zeg nou eerlijk, zijn we met de nieuwe bordjes die bij de parkeervakken van hetzelfde Leidse ziekenhuis werden geplaatst nu echt zoveel opgeschoten?
Geweldig! Hoe bestaat het, die bordjes… Ze vormen op zich al mooi fotomateriaal, maar de foto’s boven en onder zo’n scherp analyserende tekst zijn helemaal briljant!
Oude Klare-taal?
Nee, dit is faliekant de verkeerde kant op.
Fan-tas-tisch! Hoe zie je het allemaal weer! Ik vrees dat ik helaas precies weet hoe dat gaat. Stuurgroepje zus, werkgroepje zo, en ja hoor: nadat veertien ‘aandachtsfunctionarissen’ zeven keer hebben vergaderd, zijn ze er uit: ‘bijzondere doelgroepen’. Jammer dat iets dergelijks niet zelf heb opgepikt in mijn eigen kerngebied (Leidse Hout e.o.).
@Jacolien, @Patrick: Dank voor de complimenten. Tot respectievelijk snel en morgen!
Ongelooflijk, deze ‘nieuwe’ voorzichtigheid. Ik voel mezelf vaak ook wel bijzonder, dus ik mag daar ook parkeren? Je analyse doet me denken aan de verschuiving van ‘Reality TV’ naar ‘Actuality TV’ in het koninkrijk van de eufemismen, de VS, waar zonder enige schaamte en zelfs met ongepaste trots werd verkondigd ‘it’s not reality, it’s actuality’
*rijkelijk late reactie*